Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zal er over u een kwaad komen, gij zult [35]den dageraad daarvan niet weten; en een verderf zal er op u vallen, [36]hetwelk gij niet zult kunnen verzoenen; want er zal snellijk een onstuimige verwoesting over u komen, dat gij het niet weten zult. 35. Dat is, zijn oorsprong, aanvang, begin. Aldus bespot hij de Babyloniers, die op des hemels loop, [dat is, op den opgang en ondergang der sterren] acht gaven, om iets daaruit te voorzeggen. 36. Dat is, waaruit gij uzelven niet zult weten te ontwikkelen, noch uit te redden, of gij zult het niet kunnen verzachten.